De gemeenschap komt dagelijks bijeen in het ouderlijk huis van Mary Anne. Kinderen drommen samen rondom een smartphone en de volwassenen kaarten en gokken wat. Ze zitten op bankjes, waaronder ze vechthanen verstopt hebben.Benny Espiritu, de 53-jarige moeder van Mary Anne, werd geboren in Pariahan en weigert het dorp te verlaten. “We zijn hier opgegroeid. Onze kinderen en mijn man hebben hier hun baan,” zegt ze tegen VICE. Ze voelt zich hier op haar gemak en schept op over hoe goed ze met het almaar stijgende en dalende water omgaat.De meeste mannen uit Pariahan zijn vissers. Ze gebruiken de voorspelbare waterstand in hun voordeel: als het water hoog staat, duiken degenen die dapper genoeg zijn naar beneden, waar de krabben zich verbergen. Ze proberen die met hun handen te vangen. Dat staat bekend als kapa, wat ongeveer iets betekent als ‘aftasten’. Anderen maken het zichzelf iets makkelijker en zetten vroeg in de ochtend hun netten uit. Die netten heten dragon bubo en vangen vissen, krabben en garnalen die door de stroming worden meegebracht. Sommigen verdienen tot wel 20.000 Filipijnse peso (350 euro) per week, door hun vangst op de openbare markt te verkopen. De bewoners zeggen dat de zaken enorm goed gaan sinds het water is gestegen.De reis van het centrum van Bulacan naar Pariahan duurt per boot ongeveer dertig minuten. Het zou mooi kunnen zijn, ware het niet dat er overal verlaten, overstroomde, betonnen huizen staan om je te verwelkomen. De huizen van de overgebleven gezinnen zijn met elkaar verbonden door geïmproviseerde bamboebruggen. De inwoners varen met bootjes heen en weer tussen andere aaneengekluisterde krotten.
Andere gemeenschappen zullen zich echter niet zo makkelijk kunnen aanpassen. Vooral die in het binnenland zullen het moeilijk krijgen. En die zullen uiteindelijk ook overstromen, als de bodemdaling niet wordt aangepakt.De bewoners van de gemeenschap passen zich dus aan, in plaats van te vertrekken. Ze verhogen hun huizen om niet onder water te komen staan, brengen hun kinderen per boot naar school en wonen de mis bij met hun voeten onder water. Ze zamelen met elkaar geld in, zodat er een keer per maand een priester naar hun kapel kan komen.
Het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties meldde in april dat de bevolking van de Filipijnen tussen 2010 en 2019 jaarlijkse groeide met 1,6 procent. Dat is een van de hoogste percentages in Zuidoost-Azië – zelfs hoger dan dat van India, waar 1,2 procent werd geregistreerd. Bulacan is een van provincies in de Filipijnen die het snelst verstedelijkt, omdat het zo dicht bij Manilla ligt.De snelle bevolkingsgroei is niet de enige oorzaak van het probleem. Industriële fabrieken en visvijvers zijn een paar van de grootste gebruikers van grondwater, en er zijn er heel veel van in Bulacan.“De vraag naar water zal niet stoppen, omdat de bevolking groeit, de ontwikkeling toeneemt en de verstedelijking toeneemt,” zegt Sevillo David.
Lagmay ontdekte met zijn satellietgegevens dat de gebieden waar de bodem sterk zakt, ook locaties zijn waar grote fabrieken staan. Pariahan ligt dicht bij de dorpen Obando, Valenzuala en Malabon, waar onder andere veel plastic-, voedselproductie- en textielfabrieken zijn.