FYI.

This story is over 5 years old.

Kunst

Wanneer kunstenaars moordenaars worden

Wat hebben Caravaggio, Muybridge en Andre gemeen? Ze kwamen alle drie weg met moord.
Caravaggio, Salome met het hoofd van Johannes de Doper (1610). Alle afbeeldingen via Wikimedia Commons

Moord is een thema dat al eeuwenlang in de kunst verbeeldt wordt. Maar soms gaat het verder dan dat. Voor sommige kunstenaars is het idee van moord zo tot de verbeelding gaan spreken dat ze het ook in de praktijk brachten. Van kunstenaar naar moordenaar, het is een stap die best vaak gezet is. Maar wat betekent het eigenlijk voor een kunstwerk wanneer de maker ervan in een moordenaar verandert?

Caravaggio, de onbetwiste meester van de Italiaanse Renaissance, staat bekend om zijn dramatische composities en zijn chiaroscuro, het aanzetten van het contrast tussen licht en donker. Daarnaast staan zowel zijn leven als zijn kunst bekend om een flinke dosis drama. In 1606 raakte Caravaggio verzeild in een duel met ene Ranuccio Tomassoni, na geruzie over een prostituee genaamd Fillide Melandroni. Tijdens de worsteling probeerde de kunstenaar zijn tegenstander te castreren, maar hij miste en raakte in plaats daarvan een slagader in het dijbeen van Tomassoni, waarna de man langzaam doodbloedde.

Advertentie

De laatste vier jaar van zijn leven was Caravaggio dan ook constant op de vlucht voor de Romeinse overheid, die hem naar alle waarschijnlijkheid publiekelijk onthoofd zou hebben als ze hem te pakken zouden krijgen. De werken die hij tijdens deze periode maakte kenmerken zich door hun gewelddadige aard, misschien wel uit wroeging voor wat hij had gedaan.

In 1608 schilderde Caravaggio De onthoofding van Johannes de Doper. Hij signeerde het schilderij met de woorden “Ik, Caravaggio, heb dit gedaan.” Het is niet duidelijk of hij hiermee de vervaardiging van het schilderij bedoelde, of de moord op Thomassoni. Wel is duidelijk dat hij tussen 1606 en zijn sterfjaar 1610 nog drie onthoofdingen schilderde: twee versies van Salome met het hoofd van Johannes de Doper en David met het hoofd van Goliath. De afgehakte hoofden op de werken schilderde hij naar zijn eigen evenbeeld.

David met het hoofd van Goliath (1606-1607), Caravaggio

Vluchten en reizen waren voor Caravaggio de beste manieren om aan vervolging te ontkomen en toch door te kunnen gaan met schilderen. Tweehonderdvijftig jaar later volgde Eadweard Muybridge bijna hetzelfde pad – alleen in plaats van een prostituee betrof het een conflict met zijn vrouw en diens minnaar.

In 1874 ontdekte Muybridge een brief van zijn vrouw, Flora Daws, aan toneelcriticus Harry Larkyns. In de brief stond dat Larkyns vermoedelijk de vader van het kind van Daws was. Muybridge twijfelde geen moment, spoorde Larkyns op en schoot hem dood. Hij werd vrijgesproken omdat het volgens het gerechtshof 'een gerechtvaardigde moord' betrof. Muybridge pakte zijn spullen en vertrok voor negen maanden naar Centraal-Amerika om daar foto’s te gaan maken. Eenmaal terug van zijn reis, scheidde zijn vrouw van hem en kort daarna overleed ze. Het kind kwam in een weeshuis terecht. Moord bleek voor Muybridge een manier om zich volledig op zijn werk te kunnen richten, zoals zijn wereldberoemde studie van een galopperend paard.

Advertentie

Het paard in galop (1878), Eadweard Muybridge

In 1872 vertrok hij naar Yosemite Valley om daar de concurrentie aan te gaan met natuurfotograaf Carleton Watkins. Muybridge ging extreem ver om zijn fotografische bekwaamheid te bewijzen en vooral om te laten zien dat hij beter was dan Watkins. In een poging de perfecte foto van een landschap te maken, hakte hij eigenhandig een aantal bomen om. Misschien waren de bomen in dat opzicht vergelijkbaar met het slachtoffer van Muybridge; hij ruimde ze uit de weg als ze hem niet zinden.

Dit irrationele gedrag had waarschijnlijk een neurologische oorzaak. In 1860 raakte Muybridge betrokken bij een ongeluk met een postkoets. Hij raakte in een coma en toen hij eenmaal ontwaakte zag hij dubbel, leed hij aan het uitvallen van zintuigen en oncontroleerbare emotionele uitbarstingen, zo zou psycholoog Arthur Shimamura later vaststellen. Shimamura was van mening dat het ongeluk de frontale cortex van Muybridge had beschadigd, het deel van de hersenen dat de emoties reguleert.

Yosemite Falls (1868-1873), Eadweard Muybridge

De moord die de minimalistische beeldhouwer Carl Andre beging had vrij weinig met neurologie te maken en des te meer met een te hoog alcoholpromillage. Andre en zijn vrouw, aanstormend kunstenaar Ana Mendieta, waren acht maanden getrouwd toen ze een fatale ruzie kregen die zo hoog opliep dat Andre zijn vrouw uit het raam van hun appartement op de 34e verdieping duwde.

De moord op Mendieta op 8 september 1985 en het daaropvolgende politieonderzoek werden uitvoerig verslagen door de media. The New York Times meldde dat “een voorbijganger geschreeuw had gehoord dat klonk alsof er iemand uit het raam werd gegooid.” In een volgend artikel verklaarde de krant dat “een portier huilende kreten had gehoord: ‘Nee! Nee! Nee!’, vlak voordat het lichaam de grond had geraakt.” Andre vertelde de medewerker van de alarmcentrale dat Mendieta zelf uit het raam was geklommen en dat de ruzie ging over “het feit dat hij beroemder was dan zij.”

Advertentie

Andre werd uiteindelijk vrijgesproken, maar het is niet moeilijk in te denken dat hij wellicht een klein beetje jaloers was op het succes en de jeugdigheid van zijn vrouw. Andre was namelijk aan het eind van zijn carrière, zijn werken waren gecanoniseerd en in een hokje geplaatst. Mendieta was zeventien jaar jonger en kreeg college over de werken van haar man. Andre’s werken waren ooit revolutionair, maar toen hij ouder werd slaagde hij er niet in zich te vernieuwen. Zelfs toen zijn vrouw overleed bleven zijn werken hetzelfde en verstoken van enige emotie; in 2009 stapelde hij nog steeds blokken hout op elkaar.

De carrière van Mendieta begon daarentegen net op stoom te komen. De werken van Andre draaiden voornamelijk om vorm en constructie, maar zijn vrouw was politiek geëngageerd en feministisch. Ze gebruikte media op een vernieuwende manier en haar kunst sloot daardoor meer aan bij de zeitgeist van de jaren tachtig. Nadat Andre vrijgesproken werd schreef The New York Times dat Mendieta “wellicht minder bekend was dan haar man, maar dat haar sculpturen steeds meer bekendheid vergaarden.” Vandaag de dag overschaduwt het werk van Medieta dat van Andre – mensen protesteren in haar naam en er worden nog steeds postume overzichtstentoonstellingen van haar werk georganiseerd.

"An Outsider’s Tale: Ana Mendieta’s at Galerie Lelong," by Tatian Schilaro (@tatischilaro), now at artcritical.com #art #artcritical #anamendieta #tatianeschilaro #galerielelong (@galerielelong) #photography #film #video Above: Ana Mendieta, stills from "Sweating Blood," 1973

Een foto die is geplaatst door artcritical.editors (@artcritical.editors) op 3 Apr 2016 om 6:25 PDT

Wat vertellen deze drie moordverhalen ons? Ten eerste dat de misdaden gekenmerkt werden door passie en dat geen van de daders werd gestraft. Bovendien gelden de drie kunstenaars ondanks hun moordlustigheid nog steeds als toonaangevend voor de kunstgeschiedenis: sommigen zien Caravaggio als de vader van de barok, Muybridge als de schepper van het bewegend beeld en Andre als de grondlegger van de minimalistische sculptuur. Dat, en het zijn gewoon moordenaars.