FYI.

This story is over 5 years old.

david bowie

Boksende kunstenaars: het verhaal achter het beroemde portret van Warhol en Basquiat

De Amerikaanse fotograaf Michael Halsband vertelt ons meer over zijn iconische foto’s van o.a. Basquiat, Warhol, David Bowie en Keith Richards.

Andy Warhol (links) en Jean-Michel Basquiat (rechts). Gefotografeerd op 10 juli 1985 in New York. © Michael Halsband / Landov

“Dit was Jean’s idee. Hij zei, ‘Wacht, ik heb het misschien. Ik wil even wat proberen.’ Vervolgens bracht hij Andy in de juiste pose en legde hij zijn eigen hoofd op de handschoen, inclusief die gezichtsuitdrukking. Terwijl hij dat deed draaide ik m’n camera zo ver mogelijk en schoot de foto zo snel als ik kon, omdat ik een mooi moment zag aankomen dat waarschijnlijk niet zo lang stand zou houden. Ze bewogen niet, maar toch was het moment aan het verdwijnen. Jean deed dat en daarna werd het soort van, anders, ik weet niet. Dus ik nam de foto meteen. Als je deze foto iets meer met de klok mee zou draaien, zou je zien dat Jean naar links leunt en dat Andy gewoon recht staat alsof er niks aan de hand is. Juist de draai van de camera zorgt ervoor dat het lijkt alsof Andy met een uppercut binnen komt zwaaien.”

Advertentie

Het nonchalante gebruik van ‘Andy’ en ‘Jean’ is geen toeval. Fotograaf Michael Halsband heeft met enkele van de meest iconische kunstenaars op aarde een persoonlijke band opgebouwd. Terwijl ik met Halsband door de National Arts Club loop, waar hij momenteel een selectie van zijn portretten exposeert, is het moeilijk niet onder de indruk te zijn van de verzameling kunstenaars en muzikanten waar hij mee samenwerkte, verenigd onder het vaandel van de net zo iconische popcultuur die zij uitdroegen.

“Ik werd gebeld door Paige Powell, die destijds met Andy werkte. Ze nodigde me uit voor een persoonlijk diner in een achterkamer van een of ander restaurant, en ik accepteerde de uitnodiging uiteraard. Toen ik daar aankwam bleek de enige lege stoel naast Jean te staan. Hij sprak me aan — ik had geen idee wat ik van hem moest denken — en zei ‘Ik ben een groot fan van je werk, een groot fan.’

Ik herinner me nog dat ik dacht: hoe kan hij nou van mij en mijn werk weten? Ik dacht dat hij gewoon aardig probeerde te doen. Maar de jongen straalde helemaal. ‘Ik ken jouw werk al vijf jaar,’ zei hij, ‘het eerste wat ik zag was dat portret van Klaus Nomi.’ Ik schrok een beetje. Dat was ook echt exact vijf jaar geleden. Het was echt raar.” Later op de avond zou Basquiat aan Halsband vragen of hij een foto van hem en Warhol wilde maken in de traditie van de posters voor een boksgevecht, voor een nieuwe tentoonstelling. Die foto is geschiedenis geworden.

Advertentie

Halsband en ik spraken tweeënhalf uur over de verhalen achter de talloze onsterfelijke foto’s die hij nam, af en toe onderbroken door handtekeningen en begroetingen van fans die op die zondag een bezoek brachten aan HALSBAND PORTRAITS. Van de psychologie achter het schieten van een SM-serie tot de vluchtige natuur van het medium zelf: Halsband is het echte werk. Hij was een kunstenaar, een zeer belangrijke New Yorkse fotograaf en een toonbeeld van een leven gewijd aan de zoektocht naar schoonheid op de meest onverwachte plekken, terwijl hij die schoonheid altijd weer op een speciale manier wist vast te leggen.

Halsband was zo genereus om ons een paar van zijn foto’s te sturen ter herpublicatie. Lees de verhalen achter deze foto’s van onder andere Mick Jagger, David Bowie en meer hieronder.

David Bowie, gefotografeerd in New York op 5 oktober 1997. © Michael Halsband / Landov

“Dit was ’s nachts. Ze waren bezig met een videoshoot voor ‘I’m Afraid of Americans.’ Destijds werkte ik samen met Trent Reznor dus ik kreeg niet echt contact met Bowie. Bowie was er alleen wanneer het nodig was en het was moeilijk om een afspraak met hem te maken, maar ik wilde heel erg graag een goed portret van hem. Er waren al drie dagen voorbij en ik had nog steeds niet echt wat ik wilde. Toen Bowie net een grap aan de regisseur aan het vertellen was, zag ik een mooi moment ontstaan. Ik checkte meteen de lichtval en maakte m’n camera klaar. Toen hij bijna bij de clue was zette ik de camera voor mijn gezicht omdat ik het gevoel had dat juist op dat moment Bowie het meest met de grap bezig zou zijn, zodat hij niet kon reageren op wat ik deed.

Advertentie

Het was een ongedwongen moment en ik wist niet waar het heen zou gaan, maar na nog een paar tellen wachten nam ik de foto. Daar was hij dan. Ik bewoog een beetje met hem mee tijdens het nemen van de foto, omdat ik een hoge sluitertijd had, en ik wilde geen risico’s nemen. Het was ’s nachts en er waren wel lichten maar ik wilde voorkomen dat het gezicht van Bowie onscherp zou worden. Door precies met hem mee te bewegen werd de rest wazig en onscherp maar het gezicht van Bowie zelf bleef redelijk goed scherp.

Eigenlijk zie je niks anders op deze foto. Ik vond dit een best moeilijke foto. Het was een moeilijk moment om vast te leggen.”

1 januari 1981, Keith Richards in San Diego. © Michael Halsband / Landov

“Op een dag kwamen De Stones naar mij toe en ze zeiden, ‘We hebben twee coverstories binnenkort. Eén in Life Magazine met Mick Jagger, en de ander in Rolling Stone met Keith Richards. We dachten eraan om één van de twee door jou te laten doen. Welke van de twee zou je willen doen?’ Het was een moeilijke vraag. In eerste instantie vertelde ik hen dat ik het niet zo goed wist. Keith is gewoon Keith en ik dacht dat het met hem heel gaaf zou kunnen worden, maar de cover van Life Magazine is ook wel heel gaaf… Ik was nog een kind. In die tijd geloofde ik echt in Life Magazine dus ik neigde ernaar om daarvoor te gaan. Tot de Stones zeiden ‘Wij denken dat je het beste met Keith kan werken voor de cover van Rolling Stone, dat kan wel wat worden.’

Advertentie

En dat deed ik dan ook. Tot het laatste moment werkten we aan deze foto’s en we waren bijna te laat voor de deadline. Uiteindelijk besloten zij ook nog eens om andere foto’s te kiezen dan die wij hadden opgestuurd. Keith vertelde me laatst nog dat dat was omdat Jann Wenner dacht dat die foto’s hem te knap zouden maken. Kom op zeg…

Om drie uur ’s ochtends waren we al op locatie. Mijn assistent was nog vroeger opgestaan en was al in het lab. We hadden tevoren gebeld en gezegd, ‘We moeten deze shoot vandaag af krijgen. Er is geen tijd.’ En toen waagden we het erop. Volgens mij hadden we niet eens tijd om de beelden nog even te checken op hun contrast en belichting en dat soort dingen. We hadden er ook best wel veel.

Wat er daarna allemaal gebeurde weet ik eerlijk gezegd niet zo goed meer. Ik weet nog wel dat er aan het eind van de dag eindelijk een moment was om samen met Keith even naar de foto’s te kijken. Voordat hij kwam hadden we de foto’s al wat bewerkt en toen hij er was lieten we hem een keuze maken. Meteen daarna nam hij een nachtvlucht op weg naar het kantoor van Rolling Stone, samen met z’n assistent, om de foto’s ’s ochtends vroeg al af te leveren.

Toen de foto’s daar aankwamen was het pakweg 24 uur later. Sneller dan dat konden we echt niet. Het proces dat eraan vooraf ging had anderhalf maand geduurd maar dat hoort bij de Rolling Stones: het allerlaatste moment nog benutten om iets te creëren en om uiteindelijk het beste te maken dat je kan. Dat is sowieso altijd mijn manier. Als er een deadline is moet dat ook echt de definitieve deadline zijn, anders ga ik eraan voorbij totdat het echt niet meer kan.

Advertentie

Zeker bij de Stones was alles altijd last-minute. Je zal nooit een hele dag krijgen om het op te zetten, het moet nu en wel nu meteen. En dat is ook goed. Ik heb er echt van genoten om met hen te werken, en ik heb er ook veel van geleerd.

Die last-minute houding heeft iets moois omdat het je uit je comfort zone haalt. Het haalt je meer naar het hier en nu, en zorgt ervoor dat je meer bezig bent met dat wat je op dat moment moet doen, in plaats van al die andere dingen die je voortdurend in je toekomstvisie probeert te passen en probeert te controleren. Het is gewoon gaan.”

Kunstenaars in New York, gefotografeerd op 23 april 1985 bij het restaurant van Mr. Chow. Vanaf linksboven: Michael Heizer, David Hockney, Leroy Nieman, Dennis Oppenheim, Stefano, Bill Wegman, John Chamberlain, Andy Warhol, Julian Schnabel, Armand Arman, Alex Katz, Keith Haring, Kenny Scharf, Tony Shafrazi, Red Grooms, Jean-Michel Basquiat, Francesco Clemente, Robert MappleThorpe, Ronnie Cutrone, Sandro Chia. Plus: Nam June Paik, Jennifer Barlett, Jack Goldstein, Jenny Holzer, Barbara Kruger, Les Levine, Sol Lewitt, Marisol, Peter Max, Meredith Monk, Larry Rivers, Survival Research Labs (Mark Pauline, Mat Heckert, Eric Berner), Mark van den Broek, Tom Wesselman en Greer Langton. © Michael Halsband / Landov

“Dit was een bijeenkomst bij Mr. Chow en het was een soort feestje voor het nieuwe thema van zijn club… Ik weet niet of je iets weet van de Area, maar de Area was een club aan het einde van Hudson Street, onder het kanaal, waar een enorme ruimte vrijgemaakt was voor allerlei projecten. Ze veranderden het thema van de ruimte elke zes weken en deze keer was het thema ‘kunst’.

Alle kunstenaars op de foto waren uitgenodigd om iets bij te dragen. Bij binnenkomst was er een gang met glazen muren en achter dat glas waren kamers waar je in kon kijken, bijna als een soort kijkdoos. In dit geval was Warhol bijvoorbeeld in één van de kamers iemand aan het fotograferen en als bezoeker kon je zo met je eigen ogen zien hoe de kunst gemaakt werd. Dit was in de hele gang zo. Overal waren kunstenaars bezig die je vanachter het glas kon bekijken terwijl ze hun creaties maakten.

Na afloop werd er een diner georganiseerd voor alle betrokkenen. Ik probeerde nog met Jean te praten maar die avond lukte het niet echt. Hij was helemaal verdiept in zijn gekrabbel in een of ander boek van Michael Chow. Toen ik beter keek bleek dat de eigenaar van het restaurant een boek had waar alle kunstenaars aan hadden bijgedragen. Jean was door dat boek aan het gaan, overal zijn tekeningetjes tussen krabbelend. De hele avond was hij daar mee bezig. Hij ging een samenwerking aan met elk van die kunstenaars, of ze dat nou wilden of niet.”

HALSBAND PORTRAITS werd gepubliceerd door Michael Halsband Studio en is nu online verkrijgbaar. Klik hier voor Michael Halsband’s website.