FYI.

This story is over 5 years old.

Creators

Emilie van Spronsen maakt krukken en urnen van geruimde kippenlijkjes

De ontwerper wil op een poëtische manier zichtbaarheid aan afval geven.
Afbeeldingen met dank aan de kunstenaar. Foto's door Anne Claire de Breij.

Hoe gaan we om met afval? En hoe kunnen we het denken daarover veranderen? Toen Emilie van Spronsen (disclaimer: een vriend van me) een project moest bedenken voor haar afstuderen (industrieel ontwerpen, TU Delft), wilde ze iets anders. Ze besloot op zoek te gaan naar een materiaal dat normaal gesproken als waardeloos werd gezien, om daar de mooie en bruikbare kanten van te onderzoeken. Zo kwam ze uit op door vogelgriep, of H5N8, gevelde kippen. Anders was het zeker: het leidde tot kokhalzende verwarmingsmonteurs en leugentjes om bestwil tegen haar huisbaas, omdat haar ijskast volgepropt zat met kippenlijken.

Advertentie

“Ik wilde een materiaal gebruiken waar werkelijk niemand anders iets mee wilde”, zegt Emilie in haar keuken in Amsterdam. “Toen ging ik na wat dat kon zijn. Verontreinigde staatslib viel af om praktische redenen, maar toen de vogelgriep uitbrak wist ik dat ik de karkassen van geruime kippen wilde gebruiken. Ziek vlees, dat hoeft niemand meer toch?” Emilie was haar hele studie eigenlijk al bezig met het opzoeken van de creatieve grenzen van industrieel ontwerpen, dat toch vooral een ingenieursopleiding lijkt te zijn. “Ik wilde met mijn ontwerp mensen laten nadenken, niet alleen nieuwe kaders scheppen om met materialen om te gaan.”

Voor haar afstuderen maakte Emilie onder andere een smaakvol vormgegeven en goed geschreven boekje, met de titel H5N8 – designing aesthetically pleasing products with contaminated culled chicken material. In het boek, dat dubbelt als thesis, staat haar hele werkproces uitgelegd en uitgebeeld (Emilie is naast ontwerper ook illustrator). Ze beschrijft hoe ze een soort hars maakte met de veren en keramiek van de botten van de kippen, hoe ze op zoek ging naar een manier de kippenhuid te looien als leer, en hoe ze met die materialen uiteindelijk voorwerpen als een kruk en een urn ontwierp. Maar het was haar niet perse te doen om die voorwerpen.

“Ik wilde de gekke gang van zaken laten zien als er een virus wordt geconstateerd bij grote kippenhouders. De enige optie is nu: ruimen, vergassen, vernietigen, zodat er snel weer nieuwe kippen in die stallen kunnen en de economie weer kan draaien. Maar waar blijft de kip in dat verhaal? Ik wilde die enorme afvalstroom laten zien. Die kippen hebben al een kutleven gehad. Ik ben geen enorme dierenactivist, maar het is toch vrij treurig dat die kippen zes weken hebben geleefd, daarin drie kilo zwaar zijn geworden en vervolgens door een virus allemaal moeten worden vernietigd.  Op mijn manier heb ik een laatste hommage aan de kip willen brengen.”

Advertentie

Het onderzoek naar het materiaal zelf leidde ertoe dat ze een koelkast volgeramd met kip had. De karkassen heeft ze uiteindelijk wel bij een slachterij gekregen omdat het te onpraktisch was om daadwerkelijk zieke vogellijken te verkrijgen. Evengoed waren het kippen die met huid, veren, voeten, snavels en al in haar koelkast lagen te liggen. Gevraagd naar de geur begint Emilie te hoesten en op haar gezicht zie ik door de lach het diepe afgrijzen. “De huisbaas vroeg of ik ratten had. Mijn huisgenoot was oprecht heel verdrietig. De verwarmingsmonteur kwam langs. Ik had toevallig net al mijn kippenhuiden gelooid, die lagen op mijn bureau te drogen. Die man zag dat en was er toen van overtuigd dat ik met voodoo bezig was. Ik heb het er maar bij gelaten.”

Ik vraag of ze het niet cynisch vind, dat ze opnieuw gebruiksvoorwerpen van de kip maakt. Ze zegt: “Nee, dat vind ik niet. Kippenveren worden nu bijvoorbeeld vermalen tot voer dat opnieuw aan kippen wordt gegeven. Dat is pas cynisch. Wat ik met mijn werk probeer is dat soort cycli juist op een mooie manier zichtbaar te maken, te bespreken. Ik probeer net zo goed poëtisch te werk te gaan als puur als een productontwikkelaar.”

De toekomst ziet er in ieder geval goed uit. Er wordt uit professionele ontwerphoek goed gereageerd en het werk zelf is vanaf morgen te zien op de Dutch Design Week in Eindhoven, bij Collaboration O (sectie c).

“Ik ga nog verder onderzoek doen naar het 3D-printen met dit soort materiaal. En alvast op zoek naar een nieuw project, maar dat moet nog even bezinken. Het hoeft bijvoorbeeld niet perse met dieren. Maar de toon van dit project staat me aan: design gebruiken om tot de verbeelding te spreken en vragen op te roepen. Dat vind ik een goede combinatie.”

In de zitting van deze kruk zitten onderdelen van de kip. Je ziet de veren zitten.

Deze urn maakte Emilie, geïnspireerd door de vorm van het H5N8-virus. Door een onhandige oom zitten niet alle uitstulpingen meer even vast.