FYI.

This story is over 5 years old.

den

Een Eindhovense student maakt zachte vloerkleedjes van harde dennennaalden

Tamara Orjola maakt gebruik van de honderden miljoenen kilo’s aan dennennaalden die Europa jaarlijks ongebruikt in het bos laat liggen.
Alle afbeeldingen met dank aan Tamara Orjola

Hoe lastig en ingewikkeld je alle vraagstukken rondom klimaatverandering ook mag vinden – soms ligt er ook weleens een oplossing voor het oprapen. Op de grond van Europese bossen bijvoorbeeld, waar jaarlijks honderden miljoenen dennenbomen worden gekapt. Het hout wordt voor het grootste gedeelte gebruikt, maar de dennennaalden blijven ongebruikt achter. En dat terwijl je daar volgens de Letse Design Academy-student Tamara Orjola van alles mee kunt doen. Je kunt ze verwerken in textiel, papier en je kunt er ook olie en kleurstof uit halen.

Advertentie

Sinds de opkomst van de massaproductie zijn we veel kennis kwijtgeraakt over wat we allemaal uit onze natuur kunnen halen, licht ze toe in een e-mail. “Dennenbomen werden ooit gebruikt in medicijnen, om huizen en meubelstukken mee te bouwen, en zelfs in voedsel verwerkt. Tegenwoordig wordt alleen het hout nog als waardevol gezien, en blijft er rond de 420 miljoen kilo aan dennennaalden op de grond liggen.”

Om te laten zien wat je zoal met die dennennaalden kunt doen, heeft Tamara een stoel en een kleed gemaakt. De stoel bestaat uit een combinatie van dennenvezel en bindmiddel, en de bekleding is gevuld met losse vezels. En dat laatste geldt ook voor het kleed. De naalden worden eerst een paar keer fijngemaald, gewassen en gekaard, en daarna verwerkt tot textiel, op een manier die lijkt op het maken van vilt.

Voelen ze een beetje zacht aan? En ruiken ze lekker? Ja, is Tamara’s antwoord op beide vragen. “Deze vezel is over het algemeen vrij zacht, veel zachter dan bijvoorbeeld kokosvezel [wat gebruikt wordt voor bijvoorbeeld deurmatten, borstels en matrassen].” De vezel heeft een natuurlijke geur, vertelt ze. Het ruikt alleen niet zozeer naar dennenbomen – die geur is er gedeeltelijk uitgegaan toen ze de olie uit de vezels destilleerde. “Maar je ruikt het bos er nog goed in terug.”

“We kappen meer bomen dan we eigenlijk planten,” zegt Tamara, “dus dan moeten we er op z’n minst efficiënt gebruik van maken.” Ze is al op zoek geweest naar bedrijven om mee samen te werken, maar tot dusver nog zonder succes. “Deze producten heb ik allemaal zelf gemaakt, en ik denk zeker dat het materiaal ook op een grotere schaal kan worden verwerkt. Er moet alleen wel iemand bereid zijn om erin te investeren. Dan denk ik dat grote houtafnemers zoals IKEA er veel profijt van kunnen hebben.”

Bezoek ook de website van Tamara Orjola