FYI.

This story is over 5 years old.

Kunst

Kunst versus onhandige mensen, een overzicht

Het ongelukkige huwelijk tussen kunst en menselijke klunzigheid.
De Dronken Satyr, na de selfie. Foto: Nicola Vaglia – Corriere della Sera

Afgelopen zomer ging er een aandoenlijk filmpje de wereld over, waarin te zien was hoe een twaalfjarige, Taiwanese jongen een gat stompte in een schilderij van 1,5 miljoen dollar. De jongen slenterde wat door een museum in Taipei, en net toen hij langs een kostbaar schilderij van de beroemde barokkunstenaar Paolo Porpora liep, struikelde hij over het koordje. Hij probeerde zijn val nog te breken tegen het zeventiende eeuwse werk, waardoor zijn hand dwars door het peperdure schilderij verdween. Uit de beelden kun je conclusies trekken als ‘haha’ of ‘doooom,’ en die zijn allebei terecht. Maar ééntje is nog meer waar dan alle andere: dit had ook jou kunnen overkomen.

Advertentie

Iedereen die wel eens oog in oog heeft gestaan met een stel fragiele kunstwerkjes, zal vroeg of laat hebben gedacht: oké, nu even normaal doen, vreemd en moeilijk te controleren lichaam van me. Vooral NIET tegen die broze, inheemse en eeuwenoude aardwerken aan wandelen alsjeblieft. Als je altijd geluk hebt gehad – en dat heb je, want anders had je door je traumatische museumervaring nooit op dit artikel geklikt – dan luisterde je lichaam gewoon naar je, en kwamen jij en de kunst in kwestie ongeschonden de middag door. Maar dat geldt lang niet voor alle ontmoetingen tussen kostbare kunst en het ongelukkige mensenlijf.

Hieronder hebben we een overzicht gemaakt van de meest pijnlijke voorbeelden van kunst die door de mens op de meest domme manieren kapot is gemaakt. Zie het als een subtiele herinnering aan het feit dat je altijd even moet kijken of dat museumbankje wel echt een bankje is, en niet het prijzige werk van een kunstenaar die even dacht ‘het gewone te verheffen tot het bijzondere.’

De satyr is een ondeugend figuur uit de Griekse mythologie, dat wel pap lustte van een goed glas wijn en een aantrekkelijke nimf. Vaak wordt hij afgebeeld met dierlijke lichaamsdelen, een baard en soms ook een priemende erectie. De satyr is een lustwezen, dat symbool staat voor iedereen die zich laat leiden door zijn dierlijke, primitieve instincten. Genoeg aanleiding dus voor een Italiaanse student om in 2014 een selfie te maken van een negentiende eeuws standbeeld van zo’n satyr. Hij kon het alleen niet laten om ook even op de schoot van deze wijdbeense levensgenieter te gaan zitten, waardoor zijn hele linkerbeen afbrak.

Advertentie

De Academie voor Schone Kunsten van Brera in Milaan, waar deze onhebbelijkheid zich voordeed, mag van geluk spreken dat het ‘maar’ om een kopie ging - de veel kostbaardere originelen werden bewaard in een ruimte verderop. Van de uiteindelijke selfie is trouwens nooit meer iets vernomen.

Rustbed, anoniem, ca. 1700 - ca. 1710. Foto: Rijksmuseum

Ook in het Rijksmuseum vond iemand het een keer nodig om op een kunstwerk te zitten. Te liggen, om precies te zijn. In 2013 had een 22-jarige Duitse toerist het lumineuze idee om onder het koortje door te stappen – slippers uit – en zichzelf te etaleren op een chaise longue uit de zeventiende eeuw, ter waarde van 2,5 miljoen euro. Alles voor de foto. Na afloop bleek dat er een schilfertje bladgoud los was gekomen en er een scheur was ontstaan, waarop de toerist werd aangehouden en voor de rechtbank moest verschijnen. Hij werd uiteindelijk vrijgesproken, omdat er niet bewezen kon worden dat de schade het gevolg was van zijn actie. Het verweer van zijn advocaat, die zei dat hij er ‘heel voorzichtig op was gaan zitten,’ had blijkbaar geholpen.

Where Are We Going to Dance Tonight? Foto: Goldschmied & Chiari

Toegegeven, kunstenaars maken het ons soms ook wel een klein beetje moeilijk. Maar of het nou gaat om een vieze kalkvlek, een installatie van Damien Hirst met allemaal smerige halfgevulde koffiekopjes en asbakken of de ogenschijnlijke day after van een feest waar de champagne rijkelijk heeft gevloeid – het feit dat moderne kunst wel eens op afval wil lijken, betekent nog niet dat je het zonder pardon in de vuilnisbak mag kieperen.

Advertentie

Eerlijk is eerlijk, sommige kunstenaars lijken het er zelfs wel een beetje om te doen. Vooral de Duitse kunstenaar Joseph Beuys had hier een handje van, getuige zijn gore badkuip en een werk dat luistert naar de naam Fettecke, de hoek van een met vet besmeurde museumruimte.

De Pindakaasvloer, onberoerd. ViaFlickr

De Pindakaasvloer van Wim T. Schippers is niet alleen opmerkelijk omdat het bestaat uit 1100 liter pindakaas, maar ook omdat er ontzettend veel mensen zijn die daar blijkbaar geen flauw benul van hebben wanneer ze het kunstwerk bezoeken. Ze wandelen dus in al hun onwetendheid lekker over de smeuige vloer heen. Eind 2010 werd het werk aangekocht door het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen, dat al vrij snel liet weten dat de bezoekers zelf de rekening moeten betalen voor eventuele gladstrijkreparatie.

In 1997, toen de vloer zich nog in het Centraal Museum in Utrecht bevond, werd het werk nog door een stel jongeren bestrooid met boterhammen en zakjes hagelslag, onder het mom van ‘pindakaas met hagelslag is veel lekkerder.’ Dat was een bewuste actie, en niet per se onbenullig. Bovendien vond Schippers het zelf eigenlijk wel leuk.

Le Rêve (1932), viaWikimedia Commons

In 2006 stond Steve Wynn op het punt om zijn olieverfschilderij Le Rêve te verkopen, een Picasso uit 1932. Prijskaartje: 139 miljoen dollar. Vlak daarvoor liet hij het zien aan een stel vrienden. Toen hij bij wijze van gebaar zijn arm uitstak, bleek dat hij iets dichter bij het schilderij stond dan gepland, waarop zijn ellenboog dwars door het doek heen schoot. Hij liet het voor 90.000 dollar repareren, maar dat verhielp niet dat hij het schilderij even later voor vijf miljoen dollar minder verkocht.

Advertentie

De Gorilla met het Roze Masker, Banksy, via

Nadat een club in Bristol werd verkocht, besloot de nieuwe eigenaar Saeed Ahmed het gebouw in 2011 van een likje verf te voorzien. Hij had zich niet gerealiseerd dat op een van de buitenmuren een iconisch graffitiwerk van de straatkunstenaar Banksy te zien was: de gorilla met het roze masker. “Ik dacht dat het geen enkele waarde had,” tekende Bristol Post uit de mond van Ahmed op. “Het spijt me enorm.”

Video: Omroep West

Blauwe, groene en gele draden, strak gespannen van de grond tot het plafond. De Plexus 23 was in 2013 het grote topstuk van de Textiel Biënnale in het museum Rijswijk – bijna iedereen die de ruimte van het kunstwerk binnenkwam, slaakte volgens directrice Margriet Lestraden een zucht van verwondering. Dat gold niet voor een vrouw die de tentoonstelling op een onschuldige vrijdagmiddag bezocht, en het kunstwerk niet eens zag. Verblind door het zonlicht, liep ze er dwars doorheen. De Mexicaanse kunstenaar Gabriel Dawe kwam speciaal naar Nederland om de Plexus 23 opnieuw te maken.

Kunstrestaurateurs en voetbalscheidsrechters hebben één ding met elkaar gemeen – als ze hun werk goed doen, valt dat nauwelijks iemand op. Maken ze een fout, dan zijn ze een hondenlul – of wat voor beledigende termen ze verder in restauratieland dan ook mogen gebruiken. Zo ook Cecilia Giménez, de toen 81-jarige vrouw uit het Spaanse stadje Borja, die geregeld haar steentje bijdraagt aan het onderhoud van de plaatselijke kerk. In 2012 wilde ze een fresco van de Spaanse kunstenaar Elias García Martinez restaureren, een werk genaamd Ecce Homo, waarop Jezus stond afgebeeld. Stond, inderdaad. Want na haar poging om wat afbladerende verf te vervangen, lijkt het nu meer op een figuur met een abstract, buitenaards uiterlijk, met twee piepkleine neusgaten en een mond waar zelfs The Elephant Man zijn ellendig misvormded neus voor zou ophalen.

Giménez geneerde zich verschrikkelijk, en dat werd er niet minder op toen het verhaal de internationale pers haalde en er in de twee jaar daarna bijna tien keer zoveel toeristen kwamen als gebruikelijk. Inmiddels wordt er ook gewerkt aan een opera over het verhaal.

Drie Chinese vazen uit de Qing-Dynastie,via

Genadeloos op je bek gaan, dat kan uiteindelijk iedereen wel overkomen. Dus ook de onfortuinlijke Nick Flynn, die in 2006 van een trap viel in het Britse Fitzwilliam museum nadat hij struikelde over een loszittende veter. In zijn val zocht hij naar houvast, maar bij gebrek aan een trapleuning raakte hij drie Chinese vazen uit de Qing-dynastie, die daardoor op de grond kapot vielen. “Ik wist niet dat die vazen loszaten,” verklaarde Flynn aan The Guardian. “Ik raakte maar één vaas, maar die viel als een dominosteen op de andere twee.”