FYI.

This story is over 5 years old.

Amsterdam

Op zoek naar het verticale labyrint in de Oude Kerk in Amsterdam

Marinus Boezem houdt van gotische bouwwerken, en exposeert nu in de Oude Kerk.
Beelden met dank aan Robert Glas

De Oude Kerk in Amsterdam is zo’n kerk waar je vaak langsfietst, maar nooit binnengaat. Deze week vond ik een goede reden om dit gotische bouwsel te betreden: de tentoonstelling met conceptuele kunst van Marinus Boezem, die tot 26 maart gaande is. Hij vraagt zich af of je als kunstenaar nog iets kan toevoegen aan zo’n groots bouwwerk en probeert dit zelf door met het idee van transcendentie te spelen, het overstijgen van de alledaagse werkelijkheid, onder meer met een zogenoemd “verticaal labyrint”. Je kan ook letterlijk opstijgen in de tentoonstelling, lees ik op de website van de kerk. Ik wilde deze transcendentie graag beleven, en ging op zoek naar het verticale labyrint in de Oude Kerk.

Advertentie

Boezem en gotiek gaan naar ik lees perfect samen, want hij is sinds jaar en dag geïnteresseerd in deze bouwstijl en de gotische kathedraal ziet hij als summum daarvan. De bouwwerken zijn dan ook een terugkerend onderwerp in zijn werk, zoals bijvoorbeeld de Groene Kathedraal, een bos in Almere dat aangelegd is in de vorm van de kathedraal van Reims.

Ik denk zelf bij deze bouwstijl eerder aan de gigantische kathedraal van Amiens. Ik was daar deze zomer op de eerste dag van mijn reis door Europa, omdat ik in die stad enkele uren moest doden voor ik de trein naar Parijs kon nemen. Mijn rugzak was heel zwaar en ik had die dag nog niks gegeten, wat een ideale combo bleek voor een existentiële crisis in de grootste gotische kathedraal ter wereld. Ik moest er permanent op de grond voor mijn voeten focussen, omdat ik anders ging flauwvallen. Met deze pijnlijke herinnering in het achterhoofd betreed ik de Oude Kerk.

Ik las een interview met Marinus Boezem in het kunstkrantje Beelding uit 1989 waarin hij vertelde dat hij graag met polariteit werkt: zwaar/licht, aanwezig/afwezig, hoog/laag. Wat binnen direct opvalt is hoe weinig werken er staan. Het is zo’n tegenstelling: een grote kerk tegenover een relatief kleine tentoonstelling. Ik zie weinig andere bezoekers, terwijl Boezem toch geen kleine kunstenaar is – nog een tegenstelling.

Omdat mij een “verticaal labyrint” werd beloofd, verwachtte ik – om een mij onbekende reden – dat er ook spiegels zouden zijn. En ja hoor, op vijf plaatsen rond het centrum van de kerk liggen spiegels, gebroken weliswaar. Ik lees dat ze staan voor de gefragmenteerde geschiedenis van de Oude Kerk en tijd en ruimte vertegenwoordigen. De spiegels doen ook ergens denken aan de beeldenstorm. Ik overweeg een stukje spiegel mee te nemen, omdat ik graag willekeurige dingen mee naar huis neem en ik dan kan zeggen dat ik een origineel stuk kunst bezit.

Advertentie

Ik had ergens gelezen dat je met een lift vijftien meter naar boven zou kunnen om de expositie van bovenaf te zien. Pal in het middenschip staat een bouwlift met een piccolo in perfect uniform ernaast. Ik passeer nog snel twee monitoren die geluidloze ruis geven en een fysiek portret van de lucht moeten voorstellen. De willekeurige bewegingen van de pixels lijken inderdaad op de hemel, vooral wanneer die gevuld is met regen of sneeuw. Maar tegelijk doet het me denken aan het ruisende beeld in de horrorfilm The Ring, wanneer het spookachtige meisje uit de televisie kruipt. Ik zie een korte flikkering in het ruisende beeld van de monitoren, een rilling loopt over mijn rug en ik draai mij snel om richting de lift. Je weet maar nooit.

Ik vraag de piccolo of ik op de lift mag en bedwing mijn hoogtevrees. De machine kruipt omhoog en ik heb het gevoel dat-ie bij een verkeerde beweging zo kan omvallen en ik in de biechtstoel duikel. Ik had liever in een metalen kooi gezeten, waarin ik blind naar boven getrokken werd. Ook bovenaan krijg ik tot mijn spijt geen zicht op het verticaal labyrint. Ik zal er vrede mee moeten nemen dat ik het niet ga vinden. Er hangt wel een grote ronde spiegel voor mijn neus. Op de spiegel staat een citaat van Marinus Boezem. De persverantwoordelijke van de tentoonstelling heeft me vriendelijk gevraagd niet over de boodschap te berichten, om dit artistieke hoogtepunt niet te spoilen. Wat er staat klinkt mysterieus en schept verwachtingen naar toekomstig werk van Boezem. Als je langs de ronde spiegel kijkt, krijg je wel ook een mooi uitzicht over de kerk. Hij is kleiner dan die van Amiens of Reims, maar imposant blijft zo’n bouwwerk wel.

Advertentie

Het is hier dat het me pas opvalt dat er door de kerk een geluidsopname te horen is. Het is het ruisen van de populieren en het tsjirpen van de vogels in de Groene Kathedraal van Boezem in Almere. Ik zie opnieuw een polariteit in Boezems werk: een kille kerk tegenover zomerse geluiden. Na een minuut of twee word ik teruggeworpen door de ijzige kou en de plotselinge bewustwording van de hoogte. Ik keer terug en en ik zie dat er stilaan meer volk naar binnen gaat.

Op mijn fiets besef ik dat de geluidsopname en het beeld van de kerk wel mooi samenspeelden. Ik besluit binnenkort naar het bos van Marinus Boezem in Almere te trekken en daar zelf eens te luisteren naar het getsjirp.

De tentoonstelling van Marinus Boezem is tot 26 maart 2017 te zien in de Oude Kerk.