FYI.

This story is over 5 years old.

Fotografie

Massatoerisme in het concentratiekamp

Fotograaf Roger Cremers documenteert hoe we in de 21e eeuw omgaan met een oorlog die langzaam antiek begint te voelen.
Auschwitz, Polen 2008. Twee Hongaarse mannen in trainingspak brengen een bezoek aan Auschwitz-Birkenau. Alle foto's met dank aan Roger Cremers.

In 2002 zag fotograaf Roger Cremers tijdens een bezoek aan Auschwitz een Amerikaanse toerist naast de verbrandingsovens staan. De man had er die ochtend voor gekozen een shirt uit te kast te trekken met de tekst ‘Laugh, it’s an order’. Cremers kon het niet laten er een foto van te maken, maar koos er uiteindelijk toch voor deze niet te publiceren. “Op koningsdag in Amsterdam mag je zo’n shirt best aantrekken, maar op die plaats kan dat gewoon echt niet,” vertelt hij aan The Creators Project. Vandaag opent in het Verzetsmuseum in Amsterdam zijn nieuwe tentoonstelling World War Two Today, een fotografisch overzicht van de manieren waarop mensen vandaag de dag omgaan met de Tweede Wereldoorlog.

Advertentie

Cremers begon in 2008 met het fotograferen van toeristen in Auschwitz. De serie leverde een World Press Photo Award op, maar ook een vurige discussie. “Ironie is mijn beeldtaal en dat valt voor sommige mensen niet te combineren met Auschwitz, ook al geloof ik er juist in dat je zo dingen bespreekbaar kan maken. Bovendien projecteer ik de ironie alleen maar op de bezoeker,” legt hij uit.

De foto's laten ook zien hoe het massatoerisme van vandaag soms ongemakkelijk schuurt met de gebeurtenissen uit het verleden. Als er in de zomer bijvoorbeeld te veel toeristen op Auschwitz afkomen, wil de organisatie dat ontlasten door mensen met bussen naar Birkenau te brengen. Het doet wel erg denken aan de gebeurtenissen van zeventig jaar terug. “Er zijn veel van dat soort parallellen,” zegt Cremers.

Cremers had goed door dat hij met het fotograferen van toeristen in plekken als Auschwitz een niche te pakken had. “Ik wist wel dat ik iets bizars gemaakt had, en ik dacht ook dat het heel veel discussie teweeg zou brengen, maar daarnaast was het vooral een mogelijkheid nog dieper op de geschiedenis in te gaan. En bovendien was het hek al van de dam.”

Sinds de serie is de fotograaf constant op zoek geweest naar plaatsen waar de Tweede Wereldoorlog nog voelbaar is. Op zijn vele reizen door Europa documenteerde hij de belevenissen van hordes toeristen, overlevenden, nabestaanden en re-enactors die de oorlog naspelen. Uiteindelijk koos hij 52 foto's uit voor de tentoonstelling.

Advertentie

De foto's zijn fascinerend omdat je bewust wordt van de paradigmaverschuiving die op het moment gaande is. De oorlog komt steeds verder achter ons te liggen en mensen ontwikkelen nieuwe en alternatieve manieren om de gebeurtenissen van toen in het heden te plaatsen. Een overlevende van Auschwitz die haar kamptatoeage aan een klas Amerikaanse schoolkinderen laat zien is daar een onderdeel van, maar twee Hongaren die in trainingspak naar Auschwitz gaan zijn dat net zo goed.

De ironie is voelbaar. Denk bijvoorbeeld aan de foto van een rondleidster in Auschwitz die met een iets te ferme pas en opgeheven paraplu haar groep de goede richting op dirigeert, of aan die van een jongen die met een schedel op zijn t-shirt de kruizen op een Duits oorlogskerkhof afsopt. Toch vertelt Cremers ook dat veel van de foto’s hem kippenvel bezorgde toen hij ze maakte. Zo schrok hij zich kapot toen hij in een bos waar vroeger kamp Uckermark stond opeens een figuur van kippengaas tegen een boom zag liggen – een van de vele gedenktekens voor de duizenden onbekende vrouwen die in dit kamp zijn uitgemoord.

Ook zijn bezoek aan de opgravingen van kamp Sobibor bezorgde hem rillingen. “Ze waren daar in 2011 onder de grond op zoek naar de fundamenten van het kamp. Ik mocht niet fotograferen, maar een archeoloog liet mij zien wat daar uit de grond kwam. Dan sta je opeens met een zakje trouwringen met Nederlandse namen erin gegraveerd in je hand. Dat heeft dan gewoon zeventig jaar onder de grond gelegen. Het was zo ontzettend cru.”

Advertentie

Dat sommige bezoekers uiterst lomp met het verleden omspringen is geen verrassing meer voor de fotograaf. Plassende mannen in Auschwitz bijvoorbeeld, die hij overigens nog niet heeft weten vast te leggen. “Dat red ik niet, ik werk met een analoge camera dus ik moet er echt drie meter naast staan anders gaat het niet. Iemand moet dan wel heel veel gezopen hebben voordat ik er ben. Op het moment dat iemand tegen een Hitlerbunker aan staat te zeiken heb ik er minder problemen mee. Je zeikt dan ook wel op de geschiedenis, maar toch.”

“Ik heb een oude Rolleiflex-camera die er bijna antiek uitziet, dus ik word niet serieus genomen. Ze zien me niet als een bedreiging en dus kan ik overal heel dichtbij komen.” Toch heeft hij een keer moeten vluchten voor een groep neonazi’s. “Bij een kranslegging bij een Oostenrijks kerkje met veteranen die zeventig jaar geleden ‘fout zaten’ kwam een groep mee van jongens en mannen met kaalgeschoren koppen, zwarte zonnebrillen, kisten en bomberjacks. Die vonden het niet leuk dat ik er was. Ze voelden dat ik niet bij hun hoorde. Werd ik opeens tegen de muur gesmeten en wilden ze met me afrekenen, ik scheet zeven kleuren,” vertelt hij.

Uiteindelijk ontkwam hij in een persbusje terwijl de neonazi’s hem op de hielen zaten. “Het was een kwestie van alles op de achterbank flikkeren, gas geven, en wegwezen.” Toch vindt hij het jammer dat hij geen foto van ze heeft kunnen maken. “Ik wil de Tweede Wereldoorlog in deze tijd laten zien, en neonazi’s horen daar ook bij.”

Cremers maak ook foto’s van re-enactors die gebeurtenissen en gevechten uit de Tweede Wereldoorlog naspelen. Hij ziet het als een nieuwe manier om te herdenken. “We zitten een beetje op een raar punt nu. De oorlog voelt tegenwoordig vers, omdat er nog steeds mensen zijn die het hebben meegemaakt, maar het ligt ook ver genoeg in het verleden om het na te spelen. Dat toont een verschuiving aan. Als kinderen riddertje spelen zal iedereen dat prima vinden en als je verkleed gaat in een Napoleonpakje neemt niemand daar aanstoot aan. Over honderdvijftig jaar kijken we misschien ook zo terug naar de Tweede Wereldoorlog.”

Eben-Emael, België 2010. Een groep re-enactors speelt de val van het fort Eben-Emael in 1940 na. 

Auschwitz, Polen 2008. Twee Joodse mannen brengen een bezoek aan Auschwitz.

De tentoonstelling World War Two Today is van 22 april tot 25 september 2016 te zien in het Verzetsmuseum in Amsterdam. Op 3 mei staat Roger Cremers in SPUI25 en op 11 mei in Pakhuis de Zwijger. Bij de tentoonstelling verschijnt ook een boek. Kijk voor meer informatie over Roger Cremers en zijn werk op zijn website.