Zelfportret met een persbandje voor oorlogscorrespondenten, 1942 (Bijschrift uit Dickey Chapelle Under Fire, foto eigendom van Wisconsin Historical Society Historic Images Collection)
Lang voor de komst van burgerjournalisme, waarbij bibberige smartphonevideo’s en tweets doorgaan voor verslaggeving, waren er mensen als Dickey Chapelle (1919-1965) die hun leven op het spel zetten om mensen het nieuws te brengen. En in het geval van Chapelle betekende dat zelfs haar dood.In het boek Dickey Chapelle Under Fire: Photographs by the First American Female War Correspondent Killed in Action presenteert schrijver John Garofalo het werk van Chapelle als nooit tevoren. Het resultaat is een uitgebreid archief met bladzijden uit haar dagboek, gepubliceerde artikelen, negatieven en fotografische prints van Wisconsin Historical Society. Garofalo begon met het boek in 1991, en nu krijgt de lezer, vijftig jaar na haar dood, de kans om meer te leren over haar levenswerk.Jackie Spinner was tussen 2004 en 2011 verslaggever in Irak en Afghanistan voor de Washington Post. In het voorwoord schrijft ze: “Ik vraag me af wat Chapelle zou vinden van de nieuwe gevaren van oorlogsverslaggeving: de angst om gekidnapt of onthoofd te worden… En toch blijven we schrijven. We documenteren nog steeds. We blijven doorgaan.” Spinner beschrijft vervolgens hoe fotografen door de oorlogen heen dezelfde onderwerpen, acties en achtergronden blijven vastleggen, ondanks dat ze decennia en kilometers van elkaar verwijderd zijn – te beginnen met het werk van Dickey Chapelle zelf.Met Dickey Chapelle Under Fire wordt niet alleen haar journalistieke werk gepresenteerd en erkend, maar ook dat van anderen wiens namen en gezichten we niet kennen, maar die wel hun leven waagden om het publiek te informeren. Wie geïnteresseerd is in het leven van Chappelle doet er goed aan haar autobiografie What's a Woman Doing Here?: A combat reporter's report on herself uit 1962 te lezen. Dickey Chapelle Under Fire gaat niet alleen over Chapelle’s leven, het is ook een visuele weergave van haar levenswerk. Toch is het onmogelijk om de foto’s van Chapelle te bespreken zonder ze in de context van haar leven te plaatsen, aangezien haar fotografie zo onlosmakelijk verweven was met haar eigen leven. Fotografie was haar leven, en betekende haar dood.Chapelle werd op 1919 geboren als Georgette Louise a.k.a ‘Georgie Lou’ Meyer in Shorewood, een buitenwijk van Milwaukee in Wisconsin. Haar ouders waren pacifisten. Al op jonge leeftijd had ze een fascinatie voor vliegen en ontdekken. Ze stond bekend als ‘Dicky’, afgeleid van haar idool, vliegenier en admiraal Richard E. Byrd, die ooit op ontdekkingstocht naar de Zuidpool ging.Ze ontving een studiebeurs om vliegtuigbouw te studeren aan MIT, maar haar fascinatie voor het leger won het uiteindelijk van haar studie en ze stopte. Ze begon te schrijven over luchtshows en verkocht haar verhalen aan lokale media, en uiteindelijk kreeg ze een baan bij TWA in New York. Daar leerde ze Tony Chapelle kennen, een twintig jaar oudere fotograaf, en hij leerde haar de basistechnieken van fotografie voordat ze in 1940 trouwden. Na haar vertrek bij TWA ontwikkelde ze haar eigen portfolio en uiteindelijk werd Dickey oorlogscorrespondent nadat Verenigde Staten Japan de oorlog verklaarden vanwege Pearl Harbor.De eerste opdracht van Chapelle was in 1942 in Panama. Daar deed ze voor Look magazine verslag van militaire oefeningen van het Amerikaanse leger. In 1944 had ze al acht boeken op haar naam staan en in 1945 werd ze de eerste officiële vrouwelijke oorlogsfotograaf van de marine. Ze ging met de boot naar Iwo Jima en negeerde haar orders om aan boord van de ziekenboeg te blijven. Ze wist foto’s te maken van de gewonden op zee en aan land, wat veel Amerikanen motiveerde om bloed te doneren. Op 26-jarige leeftijd ging ze fotograferen aan de frontlinie. Toen het nieuws uitlekte dat ze orders had genegeerd, besloot de marine haar persaccreditatie in te trekken. Maar de vasthoudende fotograaf liet zich niet tegenhouden.Na haar werk bij de marine ging Chapelle aan de slag voor verschillende tijdschriften en goede doelen, en ze startte zelfs met haar man een eigen organisatie: the American Voluntary Information Services Overseas (AVISO). Hun foto’s uit Europa, het Midden-Oosten en Azië verschenen als fotoseries in de National Geographic. Niet kort daarna ging het echtpaar uit elkaar. Een goede beslissing, want het stelde Chapelle in staat om te reizen zonder toestemming van haar man. Ze kreeg uiteindelijk haar persaccreditatie van de marine terug en ging daarna de wereld over om verslag te doen van oorlogen en internationale conflicten.Tijdens een opdracht voor Life magazine smokkelde Dickey penicillinenaar Oostenrijk voor Hongaarse vluchtelingen die de op de vlucht waren voor de oorlog tussen Hongarije en het sovjetregime. Ook werd ze in Hongarije gevangen genomen door de Russen en overgedragen aan Hongaarse nationalisten, die haar wilden executeren. Toen de Verenigde Staten hier lucht van kreeg werd Chapelle opnieuw gered. Toch wilde ze rebellen blijven fotograferen, dus Chapelle reisde naar Algerije en daarna naar Cuba. Daar wist ze zeldzame foto’s te maken van Fidel Castro, die op dat moment zijn revolutie inleidde. In 1961 werd ze naar Vietnam gestuurd om daar de George Polk Award en de prijs voor Foto van het Jaar van de National Press Photographers Association in ontvangst te nemen. Op 4 november 1965 overleed Chapelle door een granaatscherf van een boobytrap in haar nek.Volgens Garofalo gaf generaal Wallace M. Greene Jr. van de marine na de dood van Chapelle de volgende verklaring: “Alle mariniers ter wereld rouwen om de dood van Dickey Chapelle, die stierf aan de verwondingen die ze opliep tijdens haar verslaggeving in Zuid-Vietnam, op 4 november 1965. Ze was niet alleen een begaafde en toegewijde journaliste, ze was ook een voorbeeldige patriot wiens grote liefde voor haar land een inspiratie is voor iedereen die haar kende en met haar werkte. Volgens haar collega’s stierf ze met de mannen van wie ze hield. Ik kan alleen maar benadrukken dat onze liefde, bewondering en respect wederzijds was. Zij was een van ons, en we zullen haar missen.”Chapelle werd slechts 47 jaar oud, maar stierf in het harnas.Dickey Chapelle Under Fire: Photographs by the First American Female War Correspondent Killed in Action is nu verkrijgbaar via Wisconsin Historical Society Press.We zijn voor de redactie van The Creators Project vanaf 1 januari op zoek naar nieuwe stagiairs. Mail je CV en motivatie naar leander.roet@vice.com voor meer info.
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie